“Ik hou ervan de jungle in te stappen; dat niet meer duidelijk is wat iets is”
Tafelgezelschap
Dineren met: Arnoud Rigter
Tekst: Kelly Kuenen
Uit: Licht op Eindhoven | april 2014
Elke maand gaat de redactie van LICHT op Eindhoven tafelen bij restaurant De Bengel. Een interessante Eindhovenaar schuift aan, en vertelt onder het genot van een hapje en drankje over zijn of haar passie en drijfveren. Deze maand Arnoud Rigter, (dicht)kunstenaar met een liefde voor vervreemdend werk.
De carrière van Arnoud Rigter is op zijn zachts gezegd bijzonder. Afgestudeerd als architect aan de technische universiteit, stortte de van oorsprong Zeistenaar zich in de jaren na zijn studie op de dichtkunst en verschillende vormen van beeldende kunst. Vanwaar die bijzondere ommezwaai? Arnoud: “Tijdens mijn studie hield ik me al bezig met verschillende kunstvormen. De technische kant was een soort vanzelfsprekendheid, een verplichting, de creatieve kant meer heimelijk. Ik denk dat het vooral een manier was om balans te vinden.”
In eerste instantie hield Arnoud zich bezig met beeldende kunst, later ook met dichtkunst. Tussen 2007 en 2009 was hij stadsdichter van Eindhoven. De ontwikkeling als dichter voelde voor hem als een logische stap. “Het voelde kloppend aan”, aldus Arnoud. “Mijn beeldende ontwikkeling stopte. Ik ging me er zelfs aan irriteren: het waren alleen nog maar losse plaatjes.” Als autodidact mat Arnoud zich een eigen stijl aan. “Ik voedde mezelf met voorbeelden, maar deed alles op eigen gevoel. In het begin was ik als een kip zonder kop, mijn werk was ook niet bijzonder goed. Gaandeweg heb ik mezelf ontwikkeld.” Hij lacht. “Ik word serieus genomen, dus kennelijk doe ik toch iets goed.”
Voor Arnoud sluit de dichtkunst andere kunstvormen niet uit. Tegenwoordig maakt hij gebruik van een combinatie van verschillende disciplines. Zijn dichtbundels zijn gecombineerd met eigen beeldende creaties en vormen een kunstwerk op zich.
“Recensenten vragen zich weleens af of ze mijn werk als nieuwe kunstvorm moesten beschouwen. Dat vind ik interessant.” Ook het thema architectuur komt regelmatig terug in zijn werk. Vaak plaatst hij een individu in een grote bebouwde wereld om te zien wat er gebeurt. “Ondersteunt of belemmert cultivering? Dat spanningsveld trekt me.”
Zelf werkt Arnoud vanuit een beeld naar de tekst toe. “De tekst is als het ware de punt in mijn werk, het moet het geheel op scherp zetten. Een beeld doet het stof opwaaien, de tekst laat het neerdalen.
Ik vind het een sport om scherpe oneliners te maken.” Subjectiviteit vormt in zijn poëzie de rode draad. “Ik hou ervan de jungle in te stappen: dat op een bepaald moment niet meer duidelijk is wat iets is. Mijn werk is ontwrichtend en vervreemdend: ik ga rakelings langs het begrijpen.Het lijkt bijna een soort antigif op de grote hoeveelheid techniek die ik heb meegekregen.”
Op de vraag waarom literatuur belangrijk is heeft Arnoud direct een antwoord. “Stel je zingt, waarom doe je dat? Als je zingt, dán weet je het antwoord daarop! Kunst en literatuur geven zin en smaak aan mijn leven. Daar wil ik anderen graag deelgenoot van maken. Het is jammer dat mensen poëzie vaak ‘niet begrijpen’. Een schilderij hoef je tenslotte ook niet te snappen, je moet het ervaren. Laat jezelf gewoon meevoeren!”
Wie nieuwsgierig is geworden naar het werk van Arnoud, kan hem 13 april zien optreden tijdens het Groot Letterfestival in Eindhoven. Wat we kunnen verwachten? Arnoud: “Een markante voordacht, waarbij ik het publiek meeneem naar een wondere, absurdistische en humoristische wereld.”