1. Met welk gedicht van uzelf zou u zich aan de lezers willen voorstellen?

Deze verklapte achteraf meer over mezelf dan ik bij schrijven in de gaten had. Het is hier ingesproken door een zevenjarig meisje.
hoe de kleurenblinde clown wraak nam

hij schuurde zijn gezicht langs buitenmuren
en keek voldaan naar de oranje streep
die zijn ingekorte dopneus achterliet

het bleek dat alleen zijn eigen water
het juiste zout bevatte om zich
van zijn wangen te wassen

hij vroeg zich af waar zijn
kraakbeen in verdween
maar
eenmaal bros bleek hij
eenvoudig afslijtbaar:
hij liep terug
halfafgeschminkt
halfhalfafgeschminkt
halfhalfhalfafgeschminkt
schilferde hij zich confetti door de straten

tot hij daarmee weer quitte stond

 

  1. Waarom poëzie?

Met ratten zijn interessante experimenten gedaan. De ene helft van een groep ratten moest eens verblijven in een saaie ruimte, de andere helft in een soort oase van speelgoed en closetrollen. Toen na een tijdje de rattenhersenen werden doorgesneden bleek dat die van de tweede groep een stuk beter ontwikkeld waren. Bovendien viel de onderzoekers op dat de ratten van die groep vriendelijker te hanteren waren dan die uit de eerste groep. Daaruit leid ik af dat ik zonder mijn creatieve bezigheden onvriendelijker en dommer zou zijn geweest.

Daarnaast vind ik dat er naast de alledaagse ‘uitlegtaal’, ook een ‘uitdruktaal’ moet zijn. Meestal gebruiken we ‘uitlegtaal’, bijvoorbeeld in een journaal: Hoewel de feiten daar correct zijn, geloof ik op één of andere manier niet wat er gezegd wordt. Zo’n droge nieuwslezer met horrorverhalen in zo’n studio is toch een onbeholpen vertoning? Moet ik dat geloven? In mijn hoofd klopt het wel, maar mijn hart klopt niet echt. Bij mijn favoriete poëzie daarentegen ontspoort mijn hoofd, maar kom ik emotioneel thuis. Bij ‘uitdruktaal’ gaat het dan niet zozeer om wat wordt gedefinieerd in de woorden, maar om de sfeer die tussen de woorden hangt.

  1. Welke dichters behoren tot uw inspiratiebronnen? Zou u kunnen uitleggen waarom en op welke wijze zij uw eigen werk beïnvloeden?

Vaak weet ik beter te benoemen waarom iets me niet raakt dan wanneer wel. Blijkbaar gaat het dus om iets onbenoembaars en misschien durf ik daarom weinig over Kouwenaar te zeggen. Ook Hans Verhagen heeft me met zijn oeuvre meegenomen: Vooral oudere dichters die ontwikkelingen hebben doorgemaakt vind ik interessant. Verder houd ik o.a. van de uiteenlopende gezichten van Hugo Claus, of de volheid van H. H. ter Balkt, de beelden van Han van der Vegt, de cultuur bij Mustafa Stitou of af en toe de spielerei van Astrid Lampe. Qua niveau wil ik me niet met hen vergelijken, maar ik voel me er wel een beetje verwant mee. Iemand als Starik schrijft juist anders dan mij, maar van zijn vanzelfsprekendheid en alledaagsheid kan ik leren. Nu ik dit rijtje teruglees heb ik natuurlijk het gevoel dat het onzin is. Er zou honderd keer ‘bv.’ en ‘o.a.’ tussen moeten staan, maar uitlegtaal is vast nooit volledig.

  1. Welk gedicht van een andere dichter zou u in de online bloemlezing der Nederlandstalige poëzie willen laten opnemen?

Azalea 

Die het kwade spreken krijgen steeds meer te vertellen
In dit ondermaanse licht ontleend aan schaduwen
anderen de vingers breken tot ze niet meer meetellen
om ooit de sultans ezel voor zich uit te mogen duwen

Keldert het vertrouwen in de voortplanting, drommen
er wel pap van lustende van onder gladgeschorenen
zich bescheurend samen voor een pas op!
Slipgevaar-party 


Een tafereel als dit wordt gebillijkt als bevorderend
de doorstroming van open deuren;
de gezworenen van de geheime kerk
daarentegen kicken op opeenhoping en stremming
met behoud van volop delftsblauw aardewerk

Toezien hoe het bitterzwarte hart van de fonkelzieke
gele zachte Indonesische azalea
almaar witter wordt, is na een uurtje graaien
naar elkaars stiletto’s, wespentailles, bezemstelen
scheefzakkende grenspalen, voor de kinderen
geen fun meer

Als ze bovendien, omdat ze immers
nog geen schaamhaar hebben, geen acute paranoia
krijgen, maken ze rap rechtsomkeer
Hans Verhagen. Openingsgedicht van ‘Moeder is een rover’.