Anoud Rigter (36) maakt deel uit van muziekduo IkEgo en is beeldend kunstenaar en dichter. Hij is een oude bekende bij het NK Poetry Slam: hij heeft al vier keer meegedaan en is zelfs jury (‘scheidsrigter’) geweest. Ook in 2014 heeft hij zich weer gekwalificeerd voor de finale. Deze keer is hij er min of meer toevallig ingerold, maar dat betekent niet dat hij het dit jaar minder belangrijk vindt: “Nu wil ik daar natuurlijk wel het moment gaan maken en er echt staan.”
Hij geeft toe dat hij de voorrondes minder leuk vindt dan de finale van de Poetry Slam met geweldig publiek. “Voorrondes zijn leuk, maar dat stadium wil ik wel voorbij zijn. Ik wil niet te veel moeite doen om op het NK te komen.” De finale vindt hij wel bijzonder en daar heeft hij dan ook gezonde spanning voor. “Die paar minuten die je op een podium staat, tellen echt. Het is lullig als je achteraf denkt: dat ging niet helemaal goed. Dat brengt wel zenuwen met zich mee.” Hij vindt ook dat het NK hem wakker maakt. “Het is gezond om elk jaar bij jezelf te rade te gaan wat de passendste gedichten zijn die je kunt brengen op zo’n moment. Wat telt op dit moment? Wat wil ik laten zien? Je selecteert bewuster wat je denkt dat goed is.” Op andere voordrachtsavonden improviseert hij soms, maar op het NK weet hij wat hij wil laten zien en heeft hij zich goed voorbereid.
Dubbel gevoel
Arnoud heeft een dubbel gevoel over het NK. “Daar staan neem ik serieus, terwijl het ook nogal een loterij is. Dat je kunt winnen maakt je scherper, maar eigenlijk geloof ik niet in winnaars.” Hij vertelt dat er bij Slams een risico bestaat dat optredens op een oppervlakkige manier toegankelijk worden, zodat het aan zal slaan bij het publiek. “Het kan soms heel ouwe-jongens-krentenbrood zijn, heel catchy en voorspelbaar. Kunst is me snel te gezellig of te correct. Voor mij staat het NK Poetry Slam echt voor poëzievoordrachtskunst. Zowel de taal, maar ook de voordracht moeten van een bepaalde professionaliteit getuigen.”
Grensverleggend
Hij heeft duidelijk voor ogen wat voor rol hij wil innemen binnen de slamwereld. “Ik wil iemand zijn die de voordracht serieus neemt. Daarbij kies ik niet voor de makkelijke weg en neem ik risico’s. Ik wil grensverleggend zijn, maar mensen toch meenemen.” Hij vindt zichzelf niet heel toegankelijk en makkelijk te verhapstukken. “Maar het leuke van Slams is dat ik leer om mensen vast te pakken met mijn werk en niet te ontoegankelijk te zijn. Mijn doel is om mensen mee te nemen naar een onbekende plek, waarvan mensen niet wisten dat ze erop zaten te wachten, maar dat ze er toch van willen weten.”
Arnoud speelt geen rol als hij op het podium staat, maar is ook niet helemaal zichzelf. “Het is alsof ik in mezelf een luik openzet en een deel van mij daar uitkomt. Het is een luik dat een bepaalde intentie kanaliseert.”
Architectuur
Inspiratie voor zijn werk haalt Arnoud onder andere uit zijn studie. Hij heeft architectuur gestudeerd en dit is goed terug te zien. “In mijn taalgebruik gaat het veel over cultivering. Wat de mens van zijn grootstedelijke omgeving maakt is een thema dat steeds terugkomt. De natuur komt bij mij minder vaak voor dan steden of roltrappen.” Hij schetst een ongemakkelijke wereld en de manier waarop individuen zich daarin gedragen.
Al tijdens zijn studie was Arnoud met dichten en beeldende kunst bezig. “Ik deed er al veel creatieve dingen naast. Na mijn afstuderen kreeg ik bovendien een kunstbeurs.” Het moment waarop Arnoud besloot zich volledig op de kunsten te richten, kwam tijdens een bezoek aan zijn ouderlijk huis, waar hij al zo’n 15 jaar niet was geweest. “Toen besefte ik dat ik mijn eigen leven moest leiden in plaats van de gebaande banen volgen. Dat bezoek heeft iets boven doen borrelen wat er al langer was en vanaf dat moment ben ik gestopt met solliciteren naar architectuurbanen. Door de crisis heb ik ook niet het gevoel dat ze ongelooflijk op mij zitten te wachten als architect.”
Toekomst
Ook in de toekomst zal Arnoud zich bezig blijven houden met voordrachtspoëzie. “Over vijf jaar zie ik mezelf niet meer op Slams staan, maar doe ik wel andere soorten voordrachten, zowel solo als met muziek erbij. Ik wil dan een graag gevraagd voordrager zijn, iemand die voordrachtspoëzie toegankelijker maakt.” Daarnaast wil hij meer de commerciële richting op. “Ik ben nu bezig om me met mijn bedrijf als ludieke spreker te verhuren aan bedrijven en organisaties.” Even later bedenkt hij zich nog iets: “Oh ja, ik wil ook een reguliere bundel uitgeven bij een grote uitgeverij. Daar heb ik al gedichten voor opgespaard.”