PARAGRAAF 2.3 I LOVE YOU
Peerlings, Rigter & Dijksterhuis

Dichtbundel van de week.
door Thomas Möhlmann op Literair Nederland, 2006

Op vrijdag 24 februari presenteerden een dichter/performer, een schrijver/dichter en een dichter/beeldend kunstenaar de wonderlijke
vrucht van hun samenwerking: Het sleutelwoord van hun project lijkt me ‘vermenging’: van het visuele en het tekstuele, van individuele woordvondsten, associaties en preoccupaties, van de inkt uit de pen in drie verschillende dichtershanden, en ook inhoudelijk: enkele verhalen vormen van begin tot eind een vermengde of vervlochten rode draad, van de persoonlijke dwaalgangen op het pad van de liefde, van de moeizame verhouding die aardbewoners met hun al dan niet bestaande god onderhouden, van binnen- en buitenwerelden, stadsleven en ingewanden, van de observerende eenling en de participerende mens, van een zelfdestructieve genetisch gemanipuleerde clown.

De ruimte die de Eindhovense ideële uitgeverij Opwenteling –nadrukkelijk
op niet-milieuvriendelijk, niet-chloorvrij gebleekt papier– aan Dijksterhuis,   Peerlings & Rigter bood, hebben zij als een ware drie-eenheid ingericht.   Weliswaar is de visuele representatie (vormgeving, omslag, tekeningen, schetsen, afbeeldingen) van het geheel het werk van Rigter alleen, maar  tekstueel hebben de drie hun bijdragen dermate ineengevlochten, dat het  resultaat niet door een ander, maar ook zeker niet door één van hen geschreven had kunnen worden. Achterin de bundel kan teruggevonden worden aan welke gedichten of fragmenten welke dichter het meest werk heeft gehad, maar duidelijk is dat er geen letter de pagina’s van PARAGRAAF 2.3 I LOVE YOU  vult die niet in gezamenlijkheid neergezet, omgevormd of gehandhaafd is. Zo is niet een driestemmige beurtzang ontstaan, maar een polyfoon taalfestijn waarin de poëtische subgenres over elkaar heen buitelen en registers elkaar voortdurend afwisselen of vermengd raken.

Dat het met de grote variatie aan stijlen geen zooitje wordt, maar integendeel een verfrissende avontuur oplevert, is waarschijnlijk aan zowel een vormtechnisch als een inhoudelijk aspect te danken. Enerzijds namelijk aan de zorg die aan de dag is gelegd voor de compositie: de variatie waaiert niet zo maar richtingloos uit, maar lijkt ingepast in een zorgvuldig opgetrokken totaalconstructie, die de lezer toch de nodige houvast verschaft. Anderzijds aan het feit dat er wel degelijk, over de bundel als geheel uitgespreid, verhalen met een kop en een start verteld worden. Er zit een ontwikkeling in de beschreven liefdesgeschiedenis, in de zoektocht naar
een plek en een perspectief, en mede daardoor wordt de lezer op gang   gehouden.

Wie kwaad wil, kan erop wijzen dat niet élke associatie of regel even briljant   of origineel te noemen is, of dat een redacteur een paar kleine oneffenheden nog even had moeten corrigeren (zo is er ergens onder meer sprake van een ‘voorhoofd / die’), maar zelfs hij zal moeten erkennen dat door elke bladzij een gerichte energie en een enthousiasme razen die het dwalen door de stad van deze bundel tot een plezier maken.

PARAGRAAF 2.3 I LOVE YOU t-paragraaf